Over de draailier & de doedelzak
Draailier en doedelzak zijn muziekinstrumenten met een lange geschiedenis. Beiden zijn waarschijnlijk ontstaan in het Midden-Oosten: de doedelzak zo’n 2000 jaar geleden. Dankzij de Romeinen werd de doedelzak in Europa verspreid. De draailier ontstond ruim 1000 jaar geleden en kwam mogelijk via de Moorse bezetting in de Middeleeuwen in Europa terecht.
Bijna elk Europees land kende zijn eigen soort draailier of doedelzak. Ze werden gebruikt in traditionele volksmuziek, maar ook in bijvoorbeeld barokmuziek. Sinds de revival die vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw op gang kwam, vinden we draailier en doedelzak zelfs in jazz, rock, electronische muziek of in pop.
Bourdoninstrumenten
Draailier en doedelzak zijn aan elkaar verwant omdat het beiden bourdoninstrumenten zijn. Een bourdon is een bastoon die constant meeklinkt bij een melodie. De bourdons zijn meestal in een kwint of een octaaf gestemd. Door de bourdons zijn de instrumenten altijd in een bepaalde toonsoort gestemd. Een draailier heeft bourdonsnaren, een doedelzak heeft bourdonpijpen. Andere bourdoninstrumenten zijn bijvoorbeeld Epinette, Hommel, Nyckelharpa of een Sitar
De draailier
De draailier bestaat uit een klankkast waarover een aantal snaren gespannen is. De speler laat deze snaren trillen door het ronddraaien van een wiel. Afgezien van de uiterlijke vorm van de klankkast is bij de draailier in de loop der eeuwen weinig veranderd aan de werkingsprincipes. Een met hars bestreken houten wiel (bevestigd in een klankkast) wordt d.m.v. een zwengel in beweging gebracht en strijkt snaren aan, die door deze trilling gaan klinken. Sommige snaren (2 tot 4 bourdonsnaren) geven permanent dezelfde toon; op 1 of 2 andere snaren wordt de melodie gespeeld door deze snaren d.m.v. toetsen te verkorten.
De draailier (in het Frans o.a. “vielle à roue”, in het Engels: “hurdy-gurdy”) is dus een gestreken snaarinstrument. Onder één van de bourdonsnaren zit een klein, beweegbaar blokje hout, de zogenaamde trompetkam, dat de speler op de klankkast kan laten tikken en waarmee zo een ritmische begeleiding gemaakt kan worden. Verder wordt het instrument vaak voorzien van resonantiesnaren, die slechts bij bepaalde frequenties van de klankkast tot klinken komen. Aldus is een draailier eigenlijk een keyboard avant la lettre: in de draailier komen dus melodie, begeleiding (de bourdons) en ritme (de trompetkam)bij elkaar.
Er zijn de laatste 20 jaar ook elektro-akoestische en elektrische draailieren ontwikkeld.
Meer informatie over draailieren
- Die Drehleier – Marianne Bröcker: Digitale Engelse vertaling van dit naslagwerk over de draailier;
- Drehleier Wiki;
- Gurdypedia 2.0 over draailieren;
- FAQ over draailieren: opgesteld door de “Hurdy-gurdy community” op facebook;
- Les Musiques du Massif Central: Héritage et invention boek onder eindredactie van Eric Montbel;
- Boekenlijst van het documentatiecentrum van Muziek Mozaiek.
De doedelzak
De doedelzak bestaat uit een leren zak waarin verschillende pijpen zijn bevestigd: een speelpijp en één of meerdere bourdonpijpen. De zak wordt met lucht gevuld via de mond of via een blaasbalgje onder de arm. In elke pijp zit een riet, dat door de lucht uit de zak gaat trillen. Op die manier wordt een toon geproduceerd. De speler speelt vervolgens met de vingers een melodie op de speelpijp. Door met een arm op de zak te drukken en door regelmatig bij te blazen blijft de luchtdruk in de zak op spanning en de toon constant.
Wereldwijd bestaan er zo’n 160 verschillende types doedelzak , verspreid over heel Europa, Noord-Afrika, het Nabije Oosten en India, elk met streekgebonden kenmerken. Afgezien van het klankopwekkingsprincipe dat bij alle types min of meer gelijk is, kunnen de onderlinge verschillen in klankkleur, speeltechniek, bouw, e.d. enorm zijn: de Ierse “uilleann pipes” vertonen weinig overeenkomst met de Bulgaarse “gaida” en vergeleken met de “xirimia” (Balearen) lijkt de Franse “musette de cour” van een andere wereld.
Dat het grote publiek bij het horen van het woord doedelzak onmiddellijk aan Schotland denkt, is niet verwonderlijk. De Schotse regimenten van het British Empire gebruikten sinds de 17e eeuw in de militaire muziek hun eigen doedelzak (die daarom ook “warpipes” genoemd werd). Zo raakte dit instrument over de hele wereld verspreid.
De Stichting Draailier en Doedelzak houdt zich uitsluitend bezig met doedelzaktypes van het West-Europese vasteland.
Meer informatie over doedelzakken
- SOS Cornemuse: instructievideo’s voor doedelzak door Remi Decker;
- Iconographie de la Cornemuse: Franse site over oude schilderijen en iconografie met doedelzakken;
- De doedelzak in het werk van Bosch door Ben Hartman;
- Prydein: overzicht van oude schilderijen en iconografie met doedelzakken;
- Les Musiques du Massif Central: Héritage et invention boek onder eindredactie van Eric Montbel;
- Boekenlijst van het documentatiecentrum van Muziek Mozaiek.